Hoe definiëren en beschouwen we een online publieke ruimte - juridisch, democratisch, sociaal en in termen van ervaring?

Wat we bedoelen met de ‘publieke ruimte’ wordt mede bepaald door onze technologie. In een ver verleden was de publieke omgeving uitsluitend fysiek: het dorpsplein, het raadhuis, de kerk. Dit veranderde door kranten, radio en televisie. Dankzij al deze media was nog steeds sprake van een gedeelde, gezamenlijke ‘ruimte’. Online is de keuzevrijheid zo groot dat versplintering dreigt. Er is minder dan ooit sprake van een vanzelfsprekende gedeelde ruimte. Voor de coherentie in onze samenleving is het van belang dat zo’n ruimte er wel in enige vorm is. Vandaar dat het van belang is om deze vraag te stellen en op verschillende niveaus (praktisch, juridisch, sociaal, in de ervaring) te zoeken naar antwoorden.

In het Kennisatelier zijn de volgende onderliggende vragen geformuleerd:

  1. Wat is het effect van een online publieke ruimte op enerzijds het waarborgen van pluriformiteit en anderzijds het creëren van een gemeenschappelijk referentiekader?
  2. Wat zijn de consequenties van nieuwsgaring via internationale (sociale) platforms voor Nederlandse nieuwsproductie?
  3. Wat zijn interventiemogelijkheden voor de overheid om een Nederlandse publieke ruimte te behouden?
  4. Hoe kan de publieke ruimte online en offline worden begrepen en vormgegeven en kunnen beide elkaar versterken?