ICT-systemen zijn in toenemende mate doelwit van criminaliteit (cybercriminaliteit).

Cybercriminaliteit omvat een breed scala aan activiteiten, van phishing en malware tot DDoS aanvallen en hacken. Door de pandemie zijn mensen veel meer gebruik gaan maken van online diensten en platforms. Dit biedt kansen aan criminelen, die graag profiteren van relatief onervaren gebruikers. Criminelen kunnen gemakkelijk online (via het darkweb) ransomware en andere software aanschaffen. Mede door het internationale karakter van zulke criminele activiteiten is het moeilijk om zicht te krijgen op de omvang en effectiviteit ervan. Duidelijk is in elk geval dat cybercriminaliteit voor de crimineel relatief gemakkelijke en weinig riskante businessmodellen mogelijk maakt die vragen om een passende (internationale) aanpak. Recente voorbeelden zijn het hacken van de Universiteit Maastricht, waarvoor uiteindelijk 200.000,- betaald is, maar ook de hack van NWO waardoor subsidieaanvragen van wetenschappers stil kwamen te liggen en van een waterzuiveringsinstallatie in Florida waarbij de watervoorziening aan duizenden mensen gevaar liep.