Mensen die soms thuis werken, willen in/ rond hun woning meer leefruimte en meer buitenruimte.

De lockdowns, schoolsluitingen en andere maatregelen tegen de pandemie hebben het belang van de ruimte in en om het huis duidelijker zichtbaar gemaakt. Dat blijkt ook uit de voorkeuren van consumenten op de woningmarkt. Er is vraag naar meer leefruimte binnen (extra studeer-/werkkamer) en meer buitenruimte (tuin, balkon, binnenplaats). Ook zoeken mensen vaker naar eengezinswoningen en minder naar appartementen. Voorlopig hebben deze voorkeuren zich nog niet massaal vertaald in woningaanpassingen of verhuizingen.

De behoefte aan meer buitenruimte is al langere tijd aan het groeien. Dat blijkt bijvoorbeeld uit tevredenheidsonderzoek. In 2012 was 68% van de respondenten tevreden met hun buitenruimte, in 2018 nog maar 61%. De tevredenheid was het laagst bij mensen met een appartement. Uit diezelfde tevredenheidsonderzoeken was er voor de pandemie sprake van een lichte trend naar meer tevredenheid met de binnenruimte: in 2012 vond 25% hun woning te klein, in 2018 was dit 22%. Hier heeft de pandemie dus voor een trendbreuk gezorgd.

Het is nog niet duidelijk hoe deze trends zich zullen gaan ontwikkelen. Dit hangt mede af van de keuzes van grote aantallen werkenden (en werkgevers) op het gebied van hybride werken. Omgekeerd kan de beschikbaarheid van voldoende leefruimte thuis de keuze voor thuiswerken aantrekkelijker maken. Hier is dus sprake van een wisselwerking, al spelen andere factoren uiteraard ook een rol.