Sommige werkenden presteren thuis minder en/of slechter.

Bij het (gedeeltelijk) thuiswerken kunnen de productiviteit en de kwaliteit van de taakuitvoering van sommige werkenden achteruit gaan. Het proces van besluitvorming verloopt niet altijd even zorgvuldig wanneer men is aangewezen op digitale communicatie. Werkgevers vermoeden dat sommige werkenden minder creatief en innovatief worden. Overigens blijkt dat anderen juist beter presteren en zich makkelijker focussen. Persoonlijkheid speelt hierbij een rol, evenals de werkplek thuis en de mate van afleiding door gezin en leefomgeving . Besluitvorming, creativiteit en innovatie vragen bovendien vaak om sociale interactie - niet alleen geplande vergaderingen, maar ook de mogelijkheid om even ongepland te overleggen of te sparren. De grotere autonomie van het thuiswerken kan juist een bron van stress zijn en een efficiënte dagindeling en het effectief begrenzen van het werk bemoeilijken - de autonomie paradox.